Pro-actief omgaan met sportpaarden
De belangrijkste reden voor het uitvallen van paarden is kreupelheid en musculoskeletale blessures (spier, pees, band en bot). Onafhankelijk van de disipline zijn veruit de meeste sportpaarden slechts een jaar of 4 actief in de sport. Er lijkt een verband te bestaan tussen een vroege start met training en een langere sportcarrière. Bij menselijke athleten wordt vaak multidisiplinair (met meerdere personen van verschillende disiplines) gekeken om zo tot optimale prestaties te komen. In de paardensport wordt dit nog maar zelden gedaan.
Uit eerdere onderzoeken is naar voren gekomen dat het grootste deel van de paarden stoppen in de sport door musculoskeletale problematiek, gevolgd door longproblemen en problemen in het darmstelsel. Er is weinig overleg binnen de verschillende disiplines rondom het paard, ook is weinig bekend over hoe we paarden optimaal kunnen trainen omdat het moeilijk is om onderzoek te doen over de beste vorm van training of paardenhouderij, omdat er zo veel disiplines zijn en veel verschillende belangen.
Er zijn diverse redenen waardoor blessures bij paarden ontstaan. De precieze aard en duur van blessures én of er blijvende uitval is blijft vaak onduidelijk, omdat er geen goed referentiekader is. Daarnaast is het probleem dat de verschillende disciplines weinig met elkaar communiceren.
Er is ook weinig duidelijkheid over hoe een paard op de beste manier getraind kan worden. Veel klachten zijn gerelateerd aan overbelasting en er zijn aanwijzingen dat het vroeg starten van de training (zelfs als een veulen) resulteert in een langere sportcarrière. Dit klinkt misschien als een contradictie, maar door vroeg te beginnen met trainen kan dit een proactief mechanisme ondersteunen dat weefseltolerantie voor trainingsbelasting verbeterd en de kans op blessures afneemt.
Hoe train jij je paard?
Oordeel van deskundige: Sophie Delemarre
Het managen van sportpaarden is niet langer de taak van een individuele dierenarts. De trend is dat klinieken niet langer zorg fractioneren, maar de rol van de hoefsmid, fysiotherapeut, zadelmaker en clinicus integreren om niet alleen de symptomen aan te pakken, maar om een meer holistische en proactieve benadering te hanteren bij het managen van sportpaarden.
> Van: Rogers et al., Animals 2 (2012) 640-655. Alle rechten voorbehouden aan Massey University. Bekijk hier de online samenvatting van de publicatie. Vertaling door Sophie Delemarre.