Een gezonde paardenwei
Elk voorjaar, als het gras weer lang wordt, mogen de meeste paarden weer de weide op. Paarden spenderen van enkele uren tot 24/7 van hun tijd aan grazen. Daarom heeft het eten van gras een directe invloed op de gezondheid. De kwaliteit van het gras en de bodem bepalen of deze invloed positief of negatief bijdraagt.
Het grassoort of het mengsel heeft impact
Een stuk land met gras erop is niet per definitie een paardenweide en met een beetje pech staat er een overdaad aan productie grassoorten. De meest graszaadmengsels en weides bevatten een groot aandeel van dit soort grassen. Dit komt doordat de afgelopen decennia veel werk verricht is om grassen te veredelen, zodat de opbrengst per m2 hoger is. Het probleem is echter, dat men vooral is gaan kijken naar kwantiteit, niet naar de kwaliteit en het effect op het lichaam van het paard.
Biologische zaden hebben in tegenstelling tot ander zaad een diepe kiemrust. Dat betekent dat het zaad langzamer (lees normaal) tot ontwikkeling komt. Hierdoor wortelt de plant dieper en kan het zich beter ontwikkelen. Heb je al een weide met veel productie grassen? Dan kan je door het zaaien van bio grassen en kruiden, samen met het stoppen van directe stikstof bemesting, de productie grassen terugdringen. Uiteraard is het nog steeds afhankelijk van de kwaliteit van de bodem en meststoffen wat de kwaliteit van biologische gras wordt. Het blijft een samenspel.
Groei
De productie grassen zijn zo veredeld dat ze graag worden bemest met stikstof rijke bemesting (kunstmest/gier/drijfmest) en daardoor een snelle groei en veel energie leveren. In sommige gevallen gaat de groei zo snel, dat het rijpingsproces niet volledig wordt afgerond. Dit is onder andere gebleken uit onderzoek naar F1 hybriderassen.
Het probleem van een verstoord rijpingsproces is dat aminozuur ketens niet volledig worden gevormd. Hierdoor is het onmogelijk voor de plant om volwaardige eiwitten te maken. Er worden onvolwaardige eiwitten gevormd en daardoor is de biologische waarde van gras sterk verminderd.
Een ander effect door directe stikstof bemesting is dat er veel suiker wordt geproduceerd door de plant.
Structuur
De structuur van de plant is belangrijk. Als een plant weinig structuur heeft, zijn de inhoudsstoffen heel makkelijk opneembaar. Als een plant explosief groeit heeft dat een nadelig effect op de structuur. De onvolwaardige eiwitten en suikers (die beide in overmatige hoeveelheid aanwezig zijn) kunnen hierdoor veel te makkelijk worden opgenomen.
De basis, de bodem gezondheid
De gehele groei en gezondheid van het eindresultaat, de planten, is afhankelijk van de bodem. Als de bodem uit balans is, heeft dit een direct effect op de kwaliteit. De bodem moet je zien als een organisme wat leeft, gevoed en verzorgd moet worden. We zoemen hierbij in op de humus. Humus is niet hetzelfde als potgrond, teelaarde of compost. Humus kan je niet kopen. Humus moet je zelf op je eigen stukje land creëren. Het is namelijk het totale van wat er in de bodem gebeurd.
Het bestaat uit onder ander uit; al het organisch materiaal, de uitstoot van nutriënten uit wortels van planten, alle micro-organisme (bacteriën, schimmels, protozoa) en alle insectjes en diertjes. Dit samen bepaalt het natuurlijk leverend vermogen van de bodem. Hoe gezonder en rijker je humus, hoe gezonder het gras wordt.
De gezondheid van de bodem is in meerdere studies uitvoerig onderzocht. In 2000 is door Bruggen en Semenov onderzoek gedaan naar duidelijke indicatoren die kunnen aantonen dat een bodem gezond is. Vervolgonderzoek bekeek het verschil tussen biologisch beheren van de bodem ten opzichte van conventionele methode. Hierbij werd duidelijk dat op meerdere punten een biologisch onderhouden bodem beter scoorde. Er waren onder andere lagere levels nitraat, meer micro-organisme en er was meer biodiversiteit te zien.
Kunstgrepen vs. ondersteuning
Als we de weide niet meer zouden belasten dan de bodem kan regenereren op eigen kracht, dan zouden we haar niet hoeven ondersteunen. De bodem wil altijd herstellen, bloeien en tot volle potentie komen. Echter nemen wij meer van het land, dan dat het zichzelf kan herstellen.
We moeten dus wel actief handelen in het positief stimuleren van de bodem. Passief zijn, alleen maar biomassa laten verdwijnen van het land door begrazing of hooien pleegt roofbouw. Door de juiste voedingsstoffen als compost of organische meststoffen (lava, zeeschelpenkalk, kleimineralen) jaarlijks toe te voegen, ondersteun je de bodem en ontstaan er geen tekorten.
Wat we nu veel zien is dat er in plaats van compost of organische meststoffen gebruik wort gemaakt van gier, drijfmest of kunstmest. Dit zijn meststoffen die de groei van een plant ondersteunen, maar het zet het bodemleven ernstig onder druk. Hierdoor ontstaat er wel een grote opbrengst, maar je ondermijnt systematisch de gezondheid van de bodem. Met als resultaat dat in de loop van de jaren de kwaliteit van de inhoudsstoffen van je planten verslechterd. De invloed van gier en kunstmest op de gezondheid van de bodem is ook terug te vinden in bovenstaande onderzoeken.
Behoud van gezondheid van paard en bodem
Door de humuslaag van de bodem op een natuurlijke en positieve manier te stimuleren zijn de planten die er groeien van hogere kwaliteit. Groei van grassen wordt genormaliseerd in plaats van over gestimuleerd. Planten groeien weliswaar minder snel, echter zijn de inhoudsstoffen rijker en beter in balans. De structuur is beter en de biodiversiteit groter.
Belasting van de weide
Uiteraard is het wel belangrijk dat je de weide niet overbelast, want dat zet de bodem ook onder druk. Wat veel voor komt is dat paarden met velen op een te klein oppervlak staan of dat paarden te lang door mogen grazen (het jaar rond). Dit resulteert in te kort afgegeten gras. Hierdoor moet het gras heel hard werken om terug te groeien. Het gezondste voor de bodem is ervoor zorgen dat het gras nooit te kort wordt (5 a 6 cm vanaf de bodem) en pas begraasd wordt als planten volwassen zijn en in bloei staan.
Door een ander beweidingsritme aan te houden geef je de planten meer kans om te ontwikkelen. Geef paarden pas tussen juni en eind juli de mogelijkheid om te grazen. En zorg ervoor dat het land niet volledig leeg gegeten wordt. Uren beperking kan hierbij handig zijn. Elke dag een uurtje is gezonder dan alleen zomers toegang. Op deze manier kan je vaak tot einde winter je paard een of meerdere uurtje(s) per dag laten grazen. Vanaf einde winter krijgt de weide rust en kan deze regenereren tot dat in juli de cyclus opnieuw begint.
Op deze manier behoud je de gezondheid van zowel de bodem en van je paard. Een dat creëert een win-win situatie!