Biomechanische jumping parameters gerelateerd aan blessures
Er is beperkte kennis over de oorzaken van musculoskeletale blessures bij springpaarden. De doelstellingen van deze studie waren allereerst om biomechanische jumping parameters te beschrijven van de warming-up, de bocht en de benadering naar een sprong toe, de afzet, de suspensie, de landing en de take-off na een sprong, ten tweede om deze parameters te relateren aan klinische bevindingen en ten slotte om parameters te identificeren die kunnen leiden tot blessures bij springpaarden.
Tien gezonde, actieve en ervaren springpaarden sprongen zowel een rechte en een oxer vier keer respectievelijk vanuit de linker en rechter galop, na een (door de ruiter gedefinieerde) opwarming. Het springen werd geanalyseerd met real-time en high-speed motion capture en gedetailleerde subjectieve beoordeling van het gangpatroon tijdens de warming-up, tijdens de bochten en de benadering van de sprong en tijdens de sprong zelf.
De warming-up duurde gemiddeld 7 minuten (5-10 minuten). Hoewel er aanzienlijke verschillen in gang- en springtechniek werden waargenomen, waren de verticale disbalans van de romp en de achterhand consistente kenmerken en dit voornamelijk in de bochten naar de sprong toe (>45°), waardoor het bewegingsapparaat asymmetrisch werd belast. Bovendien vertoonde het binnen achterbeen een grotere oscillatiegraad in het spronggewricht dan het buiten achterbeen in de bochten. Tenslotte werd een voorkeur van voorbeen in de landing in merendeels van de paarden vast gesteld.
In conclusie kan herhaalde overbelasting en asymmetrisch gebruik van de linker/ rechter galop, onvoldoende opwarming en instabiliteit van de ledematen mogelijk leiden tot blessures.
Oordeel van deskundige: Isabeau Deckers
Deze studie argumenteert dat, net als bij humane atleten, oscillaties van de gewrichten van de onderste ledematen erkend worden als risicofactoren voor blessures, bv. valgisatie van de knie en enkel. De voorkeur van een bepaald voorbeen in de landing is een tweede parameter die deze studie identificeert als mogelijke blessure stimulus. Deze studie staaft daarmee, net zoals bij humane atleten, het belang van optimale kracht- en stabilisatie training en van het minimaliseren van repetitieve, asymmetrische belastingen.
> Van: et al., Equine Vet Educ 30(1) (2016) 41-52. Alle rechten voorbehouden aan Elsevier Ltd.. Bekijk hier de online samenvatting van de publicatie. Vertaling door Isabeau Deckers.