Natuurkundig onderzoek naar de sprong van het springpaard
Dit artikel beschrijft de basale krachten die het paard produceert in topsport springen. Dit inzicht kan paardeneigenaren helpen hun trainingsschema's aan te passen om ervoor te zorgen dat het paard niet wordt overbelast maar geleidelijk wordt opgeleid.
Wanneer een paard springt, zijn er vier verschillende fasen, namelijk nadering, opstijgen, vliegen en landen. Eén paard en ruiter werden geanalyseerd met het springen van een sprong van 1,60 meter en hier werd gevonden dat de gemiddelde snelheid van het paard voor de lancering 4,0 m / s is, terwijl de elevatiehoek van het paard vlak voor het opstijgen 40 graden was. Bij video-analyse bleek dat de gemiddelde vluchttijd 0,70 seconden was, terwijl de tijd die nodig was voor contact tussen de grond en de achterhoeven tot het opstijgen slechts 0,20 seconde was.
Bij het combineren van deze factoren met de natuurkunde, is gebleken dat de krachten op het paard 16 000 N (gelijk aan ongeveer 1600 kilo) zijn bij het landen na het springen van een sprong van 1,60 meter. Wanneer het paard te dicht bij de sprong komt, worden deze krachten drastisch verhoogd (20 000N)! Er werd ook vastgesteld dat een watersprong iets hogere krachten op het paard (17 000N) veroorzaakte door de langere afstand. Deze krachten die op het paard werken, al was het maar voor een kort moment, zijn stressvol en moeten daarom goed worden beheerd.
Oordeel van onze deskundige: Els Smet
Hoewel deze berekeningen misschien niet precies hetzelfde zijn voor elk paard, hoopt de auteur dat
een goed begrip van de enorme stress op het paard het plezier van het bekijken van deze topsport zal vergroten.
> Van: Stinner, The Physics Teacher 52 (2014) 202-206. Alle rechten voorbehouden aan Research Gate. Klik hier voor de online samenvatting van de publicatie. Vertaald door Els Smet.